02 okt 2015 – Rapportage

Het lijkt een onvermijdelijk kwaad binnen alle bedrijven. Tegenwoordig moeten we over alles rapporteren. Eindeloze spreadsheets moeten worden ingevuld om vast te leggen wat we aan het doen zijn, waarom we dat doen en hoe we dat doen.

Ik ben een voorstander van duidelijkheid en ik heb net als iedereen een hekel aan collega’s die de kantjes er van af lopen. Het is dus goed als binnen een afdeling wordt gewerkt met een jaarplan en een verantwoordingsmethode. Het moderne woord daarvoor is accountability. Maar in onze drift om accountable te zijn slaan we soms wel een tikkeltje door. In ieder geval in mijn beroep werkt het niet altijd.

Woordvoerders zijn van nature geen tijdschrijvers. De uren die je soms besteed aan een klein maar belangrijk artikeltje staat niet in verhouding tot het ‘vluggertje’ waarmee je een journalist op weg helpt die een hele pagina publiceert. En daar komt bij: wij werken veelal vraag-gedreven. Als de telefoon gaat staan we klaar voor de dames en heren van de pers. Zijn er veel vragen, dan maken we veel uren, is het rustig, dan kunnen we ook eens aan andere dingen (proactiviteit, voorbereiding agendanieuws etc.) denken.

Maar het moeilijkste bij al die tijdschrijverij blijf ik deze vinden: de uren of zelfs dagen die je besteedt om een rot-verhaal uit de pers te houden. Dat is toch een beetje ons geheim van de smid, de gesprekken met journalisten om hen te weerhouden van een onjuist en schadelijk verhaal. Materieel resultaat: nul. Reputatiewinst: groot. Maar hoe verantwoord je dat aan een Excel-verslaafd hoofdkantoor?

Reacties zijn gesloten.