14 apr 2017 – Gifgas

Elke woordvoerder heeft wel eens een situatie gehad, waarvan hij achteraf denkt: Dat had beter gekund. Die vergelijking had ik eigenlijk niet moeten maken, die opmerking had ik anders willen doen. ‘t Overkomt ons allemaal. Wat je als woordvoerder echter nooit mag overkomen is dat je grappen over of ongepaste vergelijkingen met de holocaust maakt. Wie dat doet, zal altijd eindigen met het maken van excuses.

Sean Spicer, de woordvoerder van Donald Trump, wilde laten weten hoe erg hij de aanval met gifgas door president Assad op Syrische burgers vond. Hij zei dat “zelfs iemand zo verschrikkelijk als Hitler zich niet zo laag zonk dat hij chemische wapens gebruikte.” Dat is feitelijk onjuist. Maar het is ook nergens voor nodig om misdaden van dat kaliber met elkaar te laten wedijveren om wat het ergst is.

Sean Spicer bood dus excuses aan. Hij erkende dat zijn opmerking ongepast was. Dat zou op zich prima zijn geweest als hij niet daarna op zijn Facebook account een berichtje had geplaatst waarin hij schreef dat de media zijn opmerkingen verkeerd hadden weergegeven. Hij voegde daaraan toe te weten dat Hitler wel degelijk chemische wapens had ingezet, ‘maar nooit tegen zijn eigen volk’.

Weer twee kolossale fouten. Eén: waarom krijgen de media de schuld van je eigen fout? Wat is de waarde van excuses als je daarna zegt dat het de schuld van een ander is? Twee: In de gaskamers stierven heel veel Duitse Joden en Duitsers uit andere minderheden.

Reacties zijn gesloten.