18 mei 2018 – Glad ijs

Zowel Geert Wilders als het Openbaar Ministerie zijn in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de Rechtbank over de “minder Marokkanen”-uitspraak van Wilders. Deze week is de behandeling van dat hoger beroep begonnen.

Wilders en zijn advocaten hebben iets bedacht om het proces niet zozeer juridisch als wel politiek te maken. Ze haalden er een uitspraak van Alexander Pechtold bij. Die zei iets laatdunkends over Russen. Als dat mag, dan mag je ook wat over Marokkanen zeggen en als je mij veroordeelt, dan moet je Pechtold ook veroordelen, vindt Wilders.

Nu het Hof besloten heeft die uitspraak van Pechtold verder niet in deze zaak mee te nemen, heeft Wilders de rechters gewraakt. Hi vindt dat de rechters niet objectief zijn.
Op het eerste oog is het een slimme truc. Het is niet zo makkelijk om de vinger te leggen op een objectief argument om het één wel en het ander niet te veroordelen. Tegelijkertijd weet iedereen waarom Wilders dit doet. Hij heeft weinig op met rechters en ziet er geen been in om ook voor de rechter politiek te bedrijven. Natuurlijk, iedereen heeft het recht om zichzelf met alle juridische middelen te verdedigen, maar dit gaat verder. Wilders ondermijnt – niet alleen voor zichzelf, maar ook bij zijn aanhangers – het vertrouwen in rechters en in onze rechtsstaat.

Het politieke debat hoort thuis in de politieke arena en een juridisch geschil hoort voor de rechter uitgevochten te worden. Wilders vermengt die twee doelbewust en daarmee begeeft hij zich op heel glad ijs.

Reacties zijn gesloten.