26 sep 2014 – Journalistiek

Ik ben natuurlijk zelf lang journalist geweest voor ik de overstap maakte naar het vak van communicatie. Dat helpt me in het herkennen van vragen, wanneer ik als woordvoerder moet optreden. Vragen van journalisten zijn nooit zomaar, er zit altijd iets achter en de kunst is te begrijpen wat dat is. Niet om elkaar pootje te lichten, maar puur omdat ik de journalist zo goed mogelijk wil helpen. Vanuit het belang van de organisatie die ik vertegenwoordig, natuurlijk, maar vol erkenning van het belang van de journalist. Wat wil hij? Waarom wil hij dat? Kan ik daarbij helpen?

Niet alleen de woordvoerder, ook de journalist is bezig met waardecreatie. Nieuws heeft een waarde, die verkocht kan worden. Mijn boodschap heeft een waarde, die ik moet zien te vergelden in de vorm van reputatie of aandacht. Dat gemeenschappelijke belang te erkennen is de essentie van woordvoering. De krant wil iets drukken en ik wil iets vertellen. Daar zit geen wij-zij tegenstelling in, maar bovenal een doel dat we samen willen. Daar kun je aan werken door steeds zo goed mogelijk aan een journalist te vragen: Wat wil je? Waarom wil je dat? Hoe kan ik je daarbij helpen? Zo creëer je samen waarde. Toegevoegde waarde.

Vanuit die gedachte is woordvoeren echt een heel leuk vak. Maar dat heb ik geloof ik al eens eerder opgeschreven.

Reacties zijn gesloten.