13 jun 2014 – Voetbaltaal

Het WK is begonnen, en dus ontkom ik er niet aan om iets te zeggen over communicatie in de voetbalwereld. Ik heb zelf nog nooit een voetballer een mediatraining gegeven. Soms lijkt het wel alsof alle voetballers door dezelfde trainer onder handen zijn genomen. Want ik zie een heel vast patroon in hun manier van antwoorden.

Op de eerste vraag direct na een wedstrijd – hoe die vraag ook luidt – begint de voetballer vaak spontaan aan een wedstrijdverslag, en wel in de tweede persoon enkelvoud. ‘Je ziet dat je snel achterkomt en dan is het lastig spelen tegen dit team. Je weet natuurlijk dat zij goed kunnen verdedigen maar je denkt ook dat er altijd wel een kans gaat komen. En die komt er dan in de 27e minuut.’ De verslaggever kent dit fenomeen, want voegt nu toe “Lekkere goal” De voetballer gaat direct door: ‘ja, die zat er inderdaad wel lekker in, maar je weet ook dat je dan nog bijna een uur hebt om nog een keer te scoren.’ Enzovoort.

Zou het nou niet eens fijn zijn als alle voetballer en coaches twee dingen zouden doen. Ten eerste: de vraag beantwoorden en niet spontaan gaan filosoferen over het wedstrijdverloop – tenzij daarnaar gevraagd. Ten tweede: ophouden met die vervelende tweede persoon enkelvoud. Zeg ik als je jezelf bedoeld, zeg wij als je je team bedoelt en zeg u als je het tegen de kijker hebt.

Beste citaat ooit in de voetbalwereld. Blijft voor mij Rinus Michels. De vraag was: ‘Keeper Hans van Breukelen heeft kritiek op de opstelling, wat vindt u daarvan?’ Coach Michels: Van Breukelen? Die moet ballen stoppen.’ Doek.

Reacties zijn gesloten.