14 okt 2016 – Beste Maurits

Geachte heer Hendriks,

Beste Maurits,

Met veel belangstelling las ik het interview in De Volkskrant waarin u terugkijkt op de laatste Olympische Spelen. Uw leerpunt was: communiceren is ook belangrijk. Hoe zou u, als sportman reageren wanneer ik mij zou inschrijven voor de Marathon van Rotterdam, na 5 kilometer doodop zou opgeven en vervolgens in een interview met de krant zou zeggen: mijn leerpunt is dat trainen ook belangrijk is… Ik denk dat u zou zeggen: ja, nogal wiedes, dat begrijpt toch iedereen?

Ik vind het onthutsend dat er nog steeds organisaties zijn die zichzelf professioneel noemen, maar hun communicatie als onbelangrijk beschouwen. Dat kan ‘iemand van HR’ of desnoods de secretaresse van de directeur er wel bij doen. U zegt zelf in het interview: sommige landen hadden wel zes woordvoerders rondlopen in Rio, Nederland had één iemand voor alle communicatie.

Binnen veel bedrijven en overheden is communicatie een functie die op directieniveau wordt uitgevoerd, met een professioneel apparaat er onder. Zo hoort dat ook, zeker in deze tijd waar slechte communicatie tot grote problemen kan leiden: sociale media zijn onverbiddelijk, zoals u zelf hebt ervaren in Rio. En je kan zeggen: ach, een beetje gezeur op Twitter dringt niet door mijn olifantenhuid, maar de publieke opinie rekent veel harder af dan u denkt. Vraagt u dat anders even na bij uw sponsors.

Door in 2016 communicatie nog steeds een leerpunt te noemen, geeft u zichzelf en NOC-NSF een brevet van onvermogen. Neemt u de missies naar Pyeongchang en Tokio wel serieus?

Reacties zijn gesloten.