15 apr 2016 – Erdogan

Natuurlijk is het niet echt subtiel, de president van een bevriend land uitmaken voor geitenneuker. Je kan het ook gerust smakeloos noemen. De Turkse President neemt juridische stappen tegen de Duitse komiek Jan Böhmermann omdat hij zich beledigd voelt. De komiek is ondertussen ondergedoken, uit angst voor de mogelijke acties van aanhangers van Recep Tayyip Erdogan.

Een van de verworvenheden van onze maatschappij is dat in comedy vrijwel alles mag. Wij noemen dat de vrijheid van meningsuiting. Media staan altijd op de bres voor die vrijheid, het is immers ook hun vrijheid om te schrijven wat ze willen. Daarom wordt Erdogan nu een beetje belachelijk gemaakt. Ik hoorde een journalist op de radio zeggen: “Als Turkije zo graag bij Europa wil horen, zal Erdogan er maar aan moeten wennen dat dit óók Europa is.”

Ik vind dat ze allebei gelijk hebben, zowel Erdogan als die journalist. Maar niet evenveel. Erdogan heeft een punt dat hij zich niet zomaar voor rotte vis hoeft te laten uitmaken. Fatsoenlijke omgangsvormen vragen inderdaad om iets subtielere grappen dan die van mijnheer Böhmermann. Maar tegelijkertijd ligt de vrijheid van meningsuiting nogal diep in het DNA van onze samenleving verankerd. Juist Erdogan, die de persvrijheid in zijn eigen land onderdrukt en het recht op meningsuiting nadrukkelijk aan zijn laars lapt, maakt zich kwetsbaar om bespot te worden.

Uiteindelijk moet wat mij betreft dus het recht om grappen te maken – zelfs als die onbeschoft en smakeloos zijn – dus zwaarder wegen dan het recht op een respectvolle bejegening.

Reacties zijn gesloten.