18 dec 2015 – Mooie Woorden

Er was eens een jongentje dat een spreekbeurt moest houden op de lagere school. Hij koos een belachelijk ingewikkeld onderwerp. Hij bereidde zich nauwelijks voor en kletste maar wat. “Maar wat als ze je dan vragen stellen, daar weet je het antwoord toch helemaal niet op?” informeerde zijn moeder bezorgd. “Maakt niet uit,” zei het jochie zelfverzekerd. “Niemand weet het antwoord, ook de juf niet, dus alles wat ik zeg is goed.” Hij laveerde moeiteloos door zijn spreekbeurt en de vragen en kreeg een ruime voldoende. 

Daaraan moest ik denken toen ik vandaag dit verhaal las op internet. Een geestelijke houdt toespraken op de begrafenissen van mensen die hij nooit gekend heeft. Lichamen die door geen enkele familie worden opgeëist, soms anoniem, helemaal alleen op de wereld. Die man zoekt naar aanknopingspunten om toch een mooie speech te verzorgen. Maar ook voor hem geldt: als het niet klopt kan niemand het controleren. Dus dan zijn mooie woorden al snel goed.

Voor woordvoerders is dit zeer glad ijs. In de eerste plaats: hoe weet je dat er niet iemand is die je verzinsels toch kan controleren en ten tweede, hoe blijf je geloofwaardig je onzin volhouden. Immers, het enige wat een woordvoerder echt kan schaden, is een inbreuk op zijn geloofwaardigheid. Daarom, hoe leuk die spreekbeurt ook was om te horen (nee, het had gekund, maar ik was het niet zelf!), als woordvoerder moet ik bij de feiten blijven en bij de vragen die me gesteld worden, me beperken tot aantoonbare juistheden. 

Reacties zijn gesloten.