30 sep 2016 – Huis-aan-huisblad

Als mijn naam in een artikel in een landelijke krant staat, als woordvoerder, dan is er altijd wel iemand die zegt: ‘Ik zag je naam.’ Dat is leuk, al denk ik meestal: ‘Weet je ook wat ik gezegd heb; daar ging het namelijk om, niet om mij.’ Gisteren stond mijn naam min of meer toevallig in een huis-aan-huis blad in het dorp waar ik woon. Ik ben diezelfde dag zeker door een stuk of twintig mensen aangesproken, die dat hadden gezien.

Het is geen wetenschappelijk bewijs, maar het is voor mij wel weer een teken hoe belangrijk die huis-aan-huisbladen zijn. Media-adviseurs komen graag met het FD of het NRC aanzetten en doen wat meewarig over het gratis krantje in de buurt. Toch, als je een specifieke doelgroep, bijvoorbeeld omwonenden van je bedrijfsterrein, of een regionaal doel wil dienen, denk dan eens aan het huis-aan-huisblad. Ik heb wat feiten en cijfers opgezocht om het belang van deze te vaak vergeten media nog eens te onderstrepen.

Er zijn zo’n 700 titels en er worden elke week 14 miljoen exemplaren gedrukt. Dat is evenveel als de totale oplage van alle betaalde Nederlandse kranten bij elkaar. 76% van de Nederlanders leest wel eens zo’n gratis krant, en diegene die het lezen besteden er gemiddeld 16 minuten aan. Voor betaalde kranten is dat 33 minuten, maar die zijn veel dikker. Als je de hoeveelheid pagina’s deelt door de aandacht, dan scoren beide categorieën – gratis en betaald – exact evenveel aandacht. Het profiel van de lezer van huis-aan-huisbladen blijkt niet of nauwelijks af te wijken van de gemiddelde Nederlander als het gaat om leeftijd, sociale klasse, gezinsgrootte of opleiding. Huis-aan-huisblad lezers vormen dus een heterogene groep, die een goede afspiegeling vormt van de Nederlandse bevolking, en ze lezen het huis-aan-huisblad veelal (81%) in combinatie met een betaald dagblad.

Reacties zijn gesloten.