08 apr 2022 – Verdedigingslijn

“Ik dank de Tweede Kamer dat ik mijn fouten kan erkennen.” Met die woorden sloot Hugo de Jonge het debat van donderdag over de mondkapjesdeal af.

Het doet me denken aan de gewraakte zin “Wij betreuren de ophef,” die bedrijven in het nauw soms gebruiken. Niet goed, want je hoort niet de ophef, maar je fouten te betreuren. Als je alleen de ophef betreurt, dan baal je dus alleen maar van het gedoe dat jouw fouten heeft opgeleverd.

Als je zo blij bent dat je je fouten mag erkennen, zou je ook eens kunnen nadenken over die fouten zelf. Ik begrijp dat de pas net aangetreden coalitie deze minister niet wil wegsturen, maar meer nog begrijp ik de oppositie die vindt dat De Jonge politiek onvergeeflijke fouten heeft gemaakt.

Het was voor dat De Jonge zijn slotwoorden uitsprak de hele dag al een woordenspelletje geweest. Leest u de volgende zin even goed: “Ik ben wel betrokken bij de discussie over de mondkapjesdeal, maar was niet betrokken bij de totstandkoming van de deal.” Daar staat dat de minister een ambtenaar opdracht gaf om een deal te sluiten, maar niet hoogstpersoonlijk met Van Lienden onderhandelde. Het was de kern van de verdediging van De Jonge. Een woordenspel à la Bill Clinton: “I did not have sex with that woman.”

Een debat als dat van gisteren is niet alleen interessant voor politieke duiders, ook vanuit de communicatiewetenschap valt er nog veel van te zeggen.

Maar fraai was het allemaal niet.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *