14 okt 2022 – Nieuwe parel

We kenden al Ruttes zinnetje “Daar heb ik geen actieve herinnering aan.” Te pas en te onpas gebruikte de premier deze woorden om uit de politieke problemen te blijven. Ondertussen druppelt het zinnetje al door naar dagelijks taalgebruik, op het werk lachen collega’s tegen elkaar dat ze geen actieve herinnering hebben wanneer er een lastige vraag wordt gesteld.

Deze week reeg Rutte weer een nieuwe parel aan zijn ketting van nietszeggendheid: “Dat kan ik nu niet reconstrueren.” In het verhoor van de parlementaire enquêtecommissie naar de gaswinning in Groningen maakte Rutte zich er, ondanks een grote stapel papieren voor zijn neus, makkelijk van af.

Rutte weet goed dat dit soort woorden in mondelinge communicatie dodelijk zijn voor een gesprek. Je kan iemand immers niet verwijten dat hij zich iets niet herinnert. En beweren dat hij liegt loopt uit op welles-nietes. Dat werkt evenzo als Rutte zegt dat hij iets niet kan. Tja, iedereen heeft wel iets dat hij niet kan. Einde gesprek.

In het dagelijks taalgebruik noem je dat een dooddoener. In mijn vak hebben we het over kapotargumenteren. Je gebruikt bewust die argumenten in een discussie waarvan je weet dat de ander er niets mee kan.

Let ook op de subtiele woordjes: geen actieve herinnering. Als ik mijn best doe en diep graaf, weet ik het misschien toch wel. Ik kan het nu niet. Misschien op een ander moment wel. Maar ja, daar vraagt u me allemaal niet naar.

Rutte komt er te makkelijk mee weg.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *